Skip to main content

Hoopvol leven?

Gods gedachten over ons
zijn zó machtig veel
dat ik ze niet kan tellen

Psalm 40: 6

‘Je moet jezelf optimaal ontwikkelen. Je moet hoge doelen stellen voor je carrière. Je moet een optimale studiekeuze maken. Je moet zoveel mogelijk naast je studie doen om zover mogelijk te komen. Je moet een goed (digitaal) sociaal netwerk onderhouden, anders val je buiten de boot.’
Het zijn dit soort gedachten die massaal aan (jonge) mensen opgedrongen worden. Het zijn de verhalen van het perfecte plaatje waaraan je moet voldoen. Daarin gaat het om mooi, succesvol, gezond en leuk zijn, om het hebben van veel plezier, een goed figuur en een gave huid. Deze gedachten maken ook dat mensen bang worden voor de oordelen en de verwachtingen van anderen, ze zorgen voor onzekerheid en ook wel minderwaardigheid. Want ja, als je jezelf voortdurend vergelijkt met anderen of als de lat van de perfectie heel hoog ligt, zal je elke keer weer moeten constateren dat je niet voldoet aan de juiste criteria. Maar wat nog erger is: je raakt je innerlijke oriëntatie kwijt. Wat je doet, denkt en gelooft, wordt niet bepaald door een innerlijk kompas maar door wat zich om je heen afspeelt en voordoet. Hoe akelig is dát!
Hoezo, hoopvol leven?

Ik moet in dit verband denken aan dat wonderbaarlijke verhaal uit het Bijbelboek Daniël over de drie Joodse mannen Sadrach, Mesach en Abed-Nego die weigeren andere goden dan hun God te vereren en die niet voor hen willen buigen. Dit gedrag doet de woede van koning Nebukadnezar, de koning van Babel, ontsteken en hij beveelt dat de drie mannen als vergelding in een brandende vuuroven geworpen moeten worden. In wat daarna volgt, vallen vier dingen op. Allereerst de reactie van de drie mannen. Zij zeggen tegen de koning: ‘Als het moet, kan onze God, die wij vereren, ons verlossen uit de brandende vuuroven, en Hij zal ons uit uw hand verlossen. Maar de koning moet weten: zelfs als God ons niet bevrijdt, zullen wij uw gouden beeld niet aanbidden.’ Wat een innerlijke overtuiging! Niet hun omgeving is bepalend, niet de situatie waarin zij verkeren, maar hun oriëntatie op de God van hun leven. Het tweede dat in dit verhaal veelzeggend is, is de aanleiding van de ongelooflijke schok die Nebukadnezar krijgt nadat de drie mannen gebonden en wel in de oven zijn geworpen. Hij kijkt nog eens goed en zegt dan tegen zijn raadslieden: ‘Er zijn toch drie mannen in de oven geworpen? Maar ik zie er vier! Ze lopen vrij rond in het vuur, ze hebben geen letsel en die vierde lijkt wel een godenzoon!’ Daarop beveelt de koning dat de drie mannen naar buiten moeten komen, de oven uit. En dan komt het derde dat opvalt: het vuur heeft geen enkel vat gehad op het lichaam van de drie mannen, zelfs geen haar op hun hoofd is verschroeid, hun jassen zijn nog heel en er hangt zelfs geen brandlucht om hen heen! Geen brandlucht! Hoe is het mogelijk! Ze zijn op geen enkele manier aangetast door de verzengende hitte om hen heen!
Dan en daarom het vierde. Vlammen kunnen symbool staan, voor pijn, verdriet, angst en aanvallen op je leven (en je gedachten!) op welke manier dan ook, maar ze zijn niet het einde van het verhaal. Dat geldt ook voor de tijd waarin we leven. God is niet de dader van het kwaad. Hij is er wel bij, Hij deelt ons bestaan. Hij is in het vuur, Hij is in de storm. En als je dan toch door het vuur gaat – en wie moet dat niet in zijn leven? – kan de manier waarop je daarmee omgaat zelfs een inspiratie zijn voor anderen, zoals Sadrach, Meschach en Abed-Nego dat voor ons kunnen zijn. Ze hebben zelfs geen rookschade opgelopen! Hoe wonderlijk kan het zijn? We worden in deze tijd verleid om schade op te lopen aan onze ziel door allerlei vreemde gedachten die aan ons en aan onze studenten opgedrongen worden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we ‘rookvrij’ blijven?

Gods gedachten

Ik kom dan uit bij de bekende Psalm 139 waarin staat dat we voor God niet verborgen zijn. In vers 17 en 18 lees ik: ‘Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God, hoe machtig groot is hun aantal. Zou ik ze tellen? Zij zijn talrijker dan korrels zand; ontwaak ik, dan ben ik nog bij U.’ We moeten ons niet laten afleiden door de gedachten van deze wereld, maar mogen ons laten leiden door de gedachten van God, die altijd bij ons is. Zijn gedachten aan ons zijn talrijker dan de korrels zand aan de zee. Dat brengt bij een hoopvol leven. God is immers bezig een hoopvolle toekomst te bereiden voor allen die Hem liefhebben. En dat heeft een uitwerking in alle aspecten van je bestaan. Want degenen die bezield zijn door hoop, kunnen doen wat onmogelijk lijkt voor degenen die onder de deprimerende invloed van angst leven.

God geeft ons een toekomst vol van hoop
Dat heeft Hij aan ons beloofd.
Niemand anders, Hij alleen,
Leidt ons door dit leven heen.

Els van Dijk

Vrije denker, enthousiaste kwartiermaker, gepassioneerd mens.